use

UK:^*UK and possibly other pronunciationsUK and possibly other pronunciations noun: /ˈjuːs/, verb: /ˈjuːz/

US:USA pronunciation: IPAUSA pronunciation: IPA/v. juz or, for pt. form of 7, just; n. jus/

US:USA pronunciation: respellingUSA pronunciation: respelling(v. yo̅o̅z or, for pt. form of 9, yo̅o̅st; n. yo̅o̅s)

Inflections of 'use' (v): (⇒ conjugate)

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
use⇒ vtr	(employ)	gebruiken overg.ww
		gebruik maken van ww+vz
	He uses various tools to build furniture.
use vtr	(consume habitually)	gebruiken, doen overg.ww
	(drugs)	gebruiken overg.ww
	She uses salt in her cooking.
use vtr	(avail oneself of)	gebruiken overg.ww
		zich bedienen van wk.ww+vz
	I often use the local library to borrow books.
use vtr	(exercise)	gebruiken, oefenen overg.ww
	You need to use your brain more often.
use, used to vtr	always in past (in the past)	vroeger bw
	(ouderwets)	plegen over. ww
	He used to ride his bike, but now he drives.
	Vroeger pakte hij de fiets maar nu gaat hij met de auto.
use n	(purpose)	nut, doel nw het
		zin nw de
	What is the use of this programme?
use n	(putting into service)	gebruik nw het
		toepassing nw de
	The use of a computer increased productivity.

Aanvullende vertalingen
Engels		Nederlands
use n	(employment)	aanstelling nw de
		aanstellen overg.ww
	We hired a consultant to ensure we were getting the best use from our staff.
use n	(privilege to use)	beschikking nw de
	He lost the use of the car after he stayed out too late one night.
use n	(help)	nut nw het
		bruikbaarheid nw de
	The hammer is no use here.
	De hamer is van geen nut hier.
use n	(need)	behoefte nw de
	Don't take the hammer. I have a use for it.
use⇒ vtr	(exploit [sb])	misbruiken, uitbuiten overg.ww
	She used him for what she wanted, and left him.

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek

Voornaamste vertalingen
Nederlands		Engels
toepassing nw de	(het gebruik maken van)	use, employment n
		application n
gebruik nw het	geen mv. (het zich bedienen)	use, usage n
		application n
nut nw het	(bruikbaarheid)	use, usefulness n
		point n
gebruik maken van overg. uitdr.	(gebruiken)	make use of v expr
		use vtr
	(UK, formal)	utilise vtr
	(US, formal)	utilize vtr
iemand/iets gebruiken overg. ww	(zich bedienen van)	use vtr
	(formal)	utilize vtr
hanteren overg.ww	(omgaan met)	operate, handle, employ, use vtr
		manage vtr
toepassen overg.ww	(gebruik maken van)	use, employ vtr
		apply vtr
putten uit overg. uitdr.	(ontlenen aan)	draw from, draw on vi + prep
		use vtr

Samengestelde woorden:
Nederlands		Engels
benutten overg.ww	(gebruik maken van)	make use of v expr
		utilize vtr
gebruiksklaar maken bn+overg. ww	(in toepasbare vorm brengen)	prepare for use v expr
goed gebruik maken van overg. uitdr.	(goed benutten)	take advantage of v expr
		make good use of v expr
in gebruik bw	(gebruikt)	in use adv
kunstgrepen toepassen nw mv+ww	figuurlijk (manipuleren)	use artifices vtr + npl
opmaken, zich opmaken overg.ww	(opgebruiken)	finish up, use up vtr phrasal sep
		finish vtr
		spend vtr
optimaal benutten bw+overg. ww	(het maximale halen uit)	make the best use of, make optimal use of v expr
optimaal gebruik maken van overg. uitdr.	(optimaal benutten)	make the best use of, make optimal use of v expr
scoren onoverg.ww	informeel (heroïne gebruiken) (informal, drugs)	score vtr
		use heroin v expr
van dienst zijn onoverg. uitdr.	(nut hebben)	be of use v expr

Vaste combinatie van werkwoord en voorzetsel
Engels		Nederlands
use up vtr phrasal sep	(consume completely, exhaust)	opmaken, opgebruiken overg.ww
	I used up nearly everything in the refrigerator for this meal. Mary used up all my gas and didn't refill the tank.

Samengestelde woorden:
Engels		Nederlands
enjoy the use of vtr	(have available for use)	ter beschikking hebben, tot zijn beschikking hebben frase
enjoy the use of vtr	(take pleasure in the use of)	genieten van ww + vz
make good use of vtr	(utilize fully or effectively)	goed gebruik maken van frase
	He made good use of the time he was allotted.
make use of [sth] v expr	(utilize)	benutten overg.ww
		gebruik maken van onoverg. uitdr.
	This stew makes use of all the leftovers in your refrigerator.
it's no use doing [sth], there's no use doing [sth] expr	(it is pointless)	het is nutteloos, het is zinloos onoverg.uitdr.
	It's no use calling out his name, he can't hear you any more.
there's no use in doing [sth], there's no point doing [sth], there's no point in doing [sth] v expr	(it is pointless)	het is nutteloos, het is zinloos onoverg.uitdr.
	There's no point in asking Jake if you can borrow his car; he'll say no. There's no point crying over spilled milk.
of use adj	(thing: serving a purpose)	nuttig bn
		van nut, van pas bw
	The map is small, but it is still of some use. The new equipment will be of use to the workers.
of use adj	(person: helpful)	hulpvaardig bn
	I'm glad I was of use when Carol needed my help.
reuse [sth], re-use⇒ vtr	(use again)	opnieuw gebruiken bw + overg.
		hergebruiken overg. ww
	Are you planning to reuse this plastic bottle?
reuse, re-use n	(using again)	hergebruik nw het, ont.
	These cameras aren't intended for reuse.

Collocatie: use a [pen, pencil], an [adequate, appropriate] use (of), a single-use [item, code], meer...

Forumdiscussies met de woorden "use" in de titel:

Go to Preferences page and choose from different actions for taps or mouse clicks.

Advertenties

Advertenties

Meld een ongepaste advertentie.
WordReference.com WORD OF THE DAY GET THE DAILY EMAIL!

Word begunstiger van WordReference voor een advertentievrije weergave van de site.