Listen:
Inflections of 'shine ' (v ): (⇒ conjugate )The past form "shone" is more common when the verb does not take an object—e.g. "The sun has shone all day." The past form "shined" is more common when the verb takes an object—e.g. "He had shined his shoes." shines v 3rd person singular shining v pres p shone v past shined v past shone v past p shined v past p
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Voornaamste vertalingen
shine⇒ vi (be bright) schijnen, blinken onoverg.ww
The sun is really shining today.
shine vtr (direct light) schijnen overg.ww
Shine the light in the corner.
shine vi (person: excel) uitblinken onoverg.ww
She will shine in the competition.
Aanvullende vertalingen
shine n (lustre) glans nw de
The shine of the polished metal was warm.
shine n (shoeshine) poets, poetsbeurt nw de
My boots really need a shine.
shine n (infatuation) verliefdheid nw de
(Belg. figuurlijk ) boon nw de
She took a shine to him at first meeting.
shine vi (face: beam) oplichten onoverg.ww
(Belg., spreektaal ) blinken onoverg. ww
His face will shine with excitement when he opens the gift package.
shine vtr (polish) boenen, oppoetsen overg.ww
I hate to shine the silverware.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen
schijn nw de, ont. (glans, schijnsel) shine, gleam, gloss, glow n
schijnen onoverg.ww (licht geven) shine vi
schitteren onoverg.ww (fonkelen, blinken) shine, twinkle, glitter, sparkle vi
stralen geluk vertonen figuurlijk (onoverg.ww) (figurative ) shine, beam, radiate vi
stralen onoverg.ww (licht reflecteren) shine, beam vi
vlammen onoverg.ww figuurlijk (fonkelen, glanzen) flame vi
shine, glow vi
blaze, glare, flare vi
sparkle, glint, glisten vi
vlammen onoverg.ww (sport: uitblinken) shine vi
excel vi
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Vaste combinatie van werkwoord en voorzetsel
shine through [sth] vtr phrasal insep figurative (be clearly seen in) (figuurlijk ) doorschijnen in ww + vz
His kindness shines through everything he says.
shine through vi phrasal figurative (be clearly seen) (figuurlijk ) doorschijnen onoverg.ww
(figuurlijk ) naar voren komen frase
tot uiting komen frase
Whenever she speaks, her intelligence shines through.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025: