Listen:
Inflections of 'sure ' (adj ): surer adj comparative surest adj superlative
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Voornaamste vertalingen
sure, sure that adj (with clause: certain) zeker bn
I'm sure that I turned off the stove.
Ik weet zeker dat ik het gas uit heb gedaan.
sure of [sth] adj + prep (confident) overtuigd bn
zeker bn
The athlete was sure of his skills.
sure interj informal (Yes!) (informeel ) 'tuurlijk tw
jazeker, natuurlijk tw
Will I help you move? Sure!
Aanvullende vertalingen
sure adj (inevitable) zeker, vast bn
Today's game is a sure win for us.
sure adj (hand: firm) vast bn
The cook cut the meat with a sure hand.
sure adj (infallible) onbetwistbaar bn
For many, their conscience is the one, sure guide.
sure adv colloquial (surely) zeker bw
It sure is going to be a hot day.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen
zeker bn (stellig, overtuigd) certain, sure adj
confident adj
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025: