Listen:
From the verb fit : (⇒ conjugate ) fitting is: ⓘClick the infinitive to see all available inflections v pres p
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Voornaamste vertalingen
fitting adj (right, appropriate) juist, geschikt bn
The teacher tried to think of a fitting punishment for the student.
fitting n (being measured for clothes) (van kleding ) vermaken, verstellen nw het, ont.
Sarah is having her wedding dress made to measure and she has a fitting next week.
Aanvullende vertalingen
fitting n (accessory) accessoire nw de/het
onderdeel nw het
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen
beslag nw het (deuren, ramen: smeedwerk) (windows, doors ) fitting n
ironwork n
metalwork n
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Voornaamste vertalingen
fit [sb] ⇒ vtr (clothing: be correct size for [sb] ) iets passen ww onoverg.
Does this shirt fit you, or is it too big?
fit⇒ vi (clothing: be correct size) passen ww onoverg.
My shoes don't fit any more.
fit vtr (to have correct dimensions) passen ww onoverg.
That table does not fit in the small room.
fit adj ([sb] : in good shape) fit, gezond, in goede conditie bn
She goes to the gym every day and is very fit.
Aanvullende vertalingen
fit adj (opportune) gepast, passend, opportuun bn
This is no fit time to ask such questions.
fit adj (suitable) gepast, geschikt bn
This meal is fit for a king.
fit adj (competent) geschikt bn
He's not fit for the job.
fit adj (ready) klaar bn
These old boots are fit for the rubbish bin.
fit n (acute attack) (medisch ) toeval, aanval zn de
He suffers from fits, periodically.
fit n (spell, onset) aanval zn de
She had a bad fit of coughing.
fit n (how well [sth] fits) fit, pasvorm zn de
I don't like the fit of that dress.
fit n ([sth] that fits) (kleren ) passen ww onoverg.
maat zn de
That dress is a good fit.
fit n figurative (match) passen in ww voorz.
He is a good fit with this organization.
fit with [sth] vi + prep (be proper) passen bij ww+vz
gepast zijn onoverg.uitdr.
Her elegant behaviour fit perfectly with the diplomatic corps.
fit vtr (to be suitable) overeenkomen met, geschikt zijn voor ww voorz.
Does this suitcase fit your needs?
fit vtr (adjust) aanpassen ww overg.
We'll fit your jacket as soon as the tailor is available.
fit vtr (prepare) klaarmaken, klaarstomen, voorbereiden ww overg.
Experience will fit you for the job.
fit vtr (furnish) installeren ww overg.
(Belg., informeel ) zetten ww overg.
They're having their kitchen fitted.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen
fris bn (fit, gezond) fit adj
well adj
invigorated, refreshed adj
aangewezen bn (geschikt) right adj
obvious adj
suitable, fit adj
gepast bn (fatsoenlijk, geschikt) appropriate, adequate adj
proper, becoming adj
fit adj
in vorm bn (in goede conditie zijn) in shape adv
fit adj
fit bn/bw (fris en gezond) fit adj
healthy adj
well adj
well adv
driftbui nw de (woedeaanval) fit, tantrum n
outburst of anger n
passen overg.ww (nauwkeurig meten) fit vtr
fris bn (levendig, jong) fresh adj
lively adj
fit adj
explosie nw de fig. (emoties: uitbarsting) explosion, outburst, gush, fit n
passen bij ww+vz (v. kleding: geschikt zijn) go with vi + prep
fit vtr
match vtr
passen bij ww+vz (geschikt zijn) suit vtr
fit vtr
zitten onoverg.ww (van kleding: passen) fit vi
Aanvullende vertalingen
overeenkomen met ww+vz (stroken, kloppen) fit vtr
correspond with vi + prep
passen bij ww+vz (v. personen: geschikt zijn) suit vtr
fit vtr
passen op ww+vz (voorwerp: sluiten op) fit vtr
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Vaste combinatie van werkwoord en voorzetsel fit | fitting
fit in vi phrasal (belong) passen, aanpassen onoverg.ww
With that attitude, he'll never fit in here.
fit [sth/sb] in vtr phrasal sep (make room for) plaats vinden voor onoverg. uitdr.
inpassen overg.ww
I think we can fit one more in at this table.
fit in with [sb/sth] vi phrasal + prep (be easily assimilated) passen bij ww + vz
His lifestyle doesn't fit in with the group.
fit out [sth] , fit [sth] out vtr phrasal sep (equip) (huis ) inrichten overg. ww
uitrusten met, voorzien van ww + vz
He fitted out the whole house with new furniture.
fit [sb] up vtr phrasal sep UK, slang (cause to be blamed for a crime) iemand vals beschuldigen woordgr
He was not guilty, the police fitted him up.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025: