tie

Inflections of 'tie' (n): npl: ties

Inflections of 'tie' (v): (⇒ conjugate)

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
tie⇒ vtr	(attach using string)	binden, vastbinden overg.ww
	He tied the horse to the post.
tie vtr	(a knot)	knopen, strikken overg.ww
	She tied string round the giftbox.
tie vi	(be even in sports)	gelijkspelen onoverg.ww
	The two teams tied.
tie vtr	(make the score even)	gelijkmaken overg.ww
	They tied the game with the last score.
tie n	(men's clothing item)	das, stropdas nw de
	He wore a blue tie to go with his white shirt.
tie n	(sport, game: draw)	gelijkspel nw het
	(bordspel)	remise nw de
	Neither team was happy with the 2-2 tie.

Aanvullende vertalingen
Engels		Nederlands
tie n	(string, etc., for attaching things)	knoop, strik nw de
		knoopje, strikje nw het
	The tie came loose and the bag dropped.
tie n	figurative (bond) (figuurlijk, van familie)	band nw de
	He stays in Ohio because of his family ties.
tie n	(rod)	verbindingsbalk nw de
	The metal tie helped hold the structure together.
tie n	(music: line connecting notes) (muziek)	boog nw de
		boogje nw het
	To elongate the last note of the measure, there is a tie to the following half note.
tie n	US (railroad) (spoorbaan)	dwarsligger, biel, biels nw de
	Railroad ties support the steel tracks.
tie n	US (shoe)	veterschoen nw de
	Do you prefer a tie or a loafer?
tie vtr	(make a knot in)	knopen, strikken overg. ww
		een knoop leggen
	He tied a knot in his scarf.
tie [sth]⇒ vtr	mainly US (match in sports)	aan elkaar gewaagd zijn
	The Canadian team tied the French.
tie⇒ vtr	figurative (connect)	verbonden zijn met ww + vz
		connecties hebben met ww+vz
	The politician had to resign because it was discovered that he was tied to the mafia.
tie vtr	figurative (restrict) (figuurlijk)	binden aan, verbinden aan ww + vz
	He is tied to the family through marriage.
tie vtr	(sound two notes as one) (muziek)	verbinden overg.ww
	You need to tie the C and the G in this bar.
tie vtr	(in musical notation) (muziek)	verbinden overg.ww
	The quarter note and the eighth note were tied.

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek

Voornaamste vertalingen
Nederlands		Engels
gelijke stand bn+nw de	(sport: geen winnaar)	tie, draw n
das nw de	(kledingstuk)	tie n
		scarf n
op gelijke hoogte brengen overg. uitdr.	figuurlijk (sport: gelijkmaken)	draw level v expr
	(UK)	equalise vi
	(US)	equalize vi
		tie vi
knopen overg. ww	(een knoop leggen)	tie vtr
		tie vi
gelijke stand bn+nw de	(gelijke positie)	tie, draw n
knopen overg. ww	(van veters)	tie vtr
		knot vtr
		bind vtr
knopen overg. ww	(van tapijt)	tie vtr

Samengestelde woorden:
Nederlands		Engels
aanleggen onoverg. ww	(schip: aanmeren) (ship)	moor, berth vi
	(ship)	tie up vi phrasal
binden, zich binden overg.ww	(knopen)	tie up vtr + prep
		bind vtr
		knot vtr
		strap vtr
binden aan ww+vz	ook figuurlijk (vastbinden)	tie to vtr + prep
		fasten to vtr + prep
		commit to vtr + prep
de gelijkmaker scoren lidw+nw+overg. ww	letterlijk (sport)	equalize vi
		level the score, tie the score v expr
een knoop leggen onoverg. uitdr.	(dichtknopen, vastknopen)	tie a knot v expr

Samengestelde woorden:
Engels		Nederlands
bow tie n	(small necktie in form of bow) (mode)	strikje nw het
hogtie [sth/sb], also UK: hog-tie [sth/sb]⇒ vtr	(tie feet together) (van dier)	de poten samenbinden van iets ww + vz
hogtie [sb], also UK: hog-tie [sb]⇒ vtr	figurative (impede, thwart: [sb]) (figuurlijk)	iemand aan handen en voeten binden overg.ww
necktie n	US (tie worn around the neck)	stropdas nw de
		das nw de
	I won't work in an office that requires me to wear a necktie.
tie the knot v expr	figurative, informal (get married) (figuurlijk, inf.)	in het huwelijksbootje stappen frase
	When is your sister going to tie the knot?
	Adam and Charlotte tied the knot five years ago.
tie-dye n	(technique of coloured patterns on fabric)	tie-and-dyemethode nw de
		knoopverven nw het
	I love tie-dye; it's so fun and colorful.
tie-dye n as adj	(relating to tie-dying fabric)	vertaling niet beschikbaar
	I have a lot of tie-dye shirts that I love to wear to school.
white tie n	(men's formal dress)	avondkleding nw de, ont.
	I'll be wearing white tie to the mayor's ball.
white tie n	(men's bow tie)	witte vlinderdas bn + nw de
		wit strikje bn+nw het
	Ron was wearing a white tie with his tux.

Collocatie: tie your [shoelaces, shoes, tie, necktie], a [striped, plain, blue, red, bow] tie, a tie- [in, break, breaker], meer...

Forumdiscussies met de woorden "tie" in de titel:

Go to Preferences page and choose from different actions for taps or mouse clicks.

Advertenties

Advertenties

Meld een ongepaste advertentie.
WordReference.com WORD OF THE DAY GET THE DAILY EMAIL!

Word begunstiger van WordReference voor een advertentievrije weergave van de site.