Listen:
From the verb meet ⇒ conjugate ) meeting is: ⓘClick the infinitive to see all available inflections v pres p
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Voornaamste vertalingen meeting n (assembly of people) bijeenkomst nw de The community meeting lasted for two hours. meeting n (business discussion) vergadering nw de overleg nw het The meeting about the new project is at four o'clock. meeting n (encounter) ontmoeting nw de The chance meeting between his new wife and his ex-girlfriend made him nervous.
Aanvullende vertalingen meeting n (religion) kerkdienst, dienst nw de There will be a Quakers' meeting in the hall this afternoon. meeting n (persons assembled) samenkomst, bijeenkomst nw de The meeting included a few farmers and some shopkeepers. meeting n (junction) kruising nw de kruispunt nw het A town grew at the meeting of the two roads.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen conferentie nw de (vergadering) conference, meeting n ontmoeting nw de (het ontmoeten) meeting, encounter n vergadering nw de (georganiseerde bijeenkomst) meeting, conference n assembly n bespreking nw de (het bespreken) discussion n talk n meeting n zitting nw de (vergadering, sessie) meeting, session n forum, nw het (discussiegroep) forum n group meeting, meeting n assembly n afspraak nw de (ontmoeting) appointment n meeting n engagement n bijeenkomst nw de (vergadering) meeting n ontmoeting nw de (plaats of tijdstip van samenkomst) meeting n vergadering nw de (bijeenkomst bijwonen) meeting, conference n assembly n
Aanvullende vertalingen meeting nw de anglicisme meeting n symposium, nw het (vergadering) symposium n meeting, conference n
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Voornaamste vertalingen ⇒ vtr (encounter) elkaar ontmoeten overg.ww Craig and Laura are going to meet at the café. meet n (sports: contest) wedstrijd nw de (sport ) duel, treffen nw het My track team has a meet this weekend. meet vi (become acquainted) leren kennen overg. uitdr. kennismaken met ww+vz My partner and I met at the wedding of a mutual friend.
Aanvullende vertalingen meet n (convention, get-together) bijeenkomst, ontmoeting nw de There will be a motorcycle meet at the park on Saturday. meet vi (come together) samenkomen, verzamelen onoverg.ww Where would you like us to meet? meet vi (assemble) bijeenkomen, vergaderen onoverg.ww The union will meet on Tuesday. meet vi (form a junction) kruisen, samenkomen een kruising vormen There is a stop sign where the roads meet. meet vi (come together in hostility) (figuurlijk ) botsen onoverg.ww elkaar treffen Many men died when the two armies met. meet vtr (await at arrival) opwachten, afhalen overg.ww The whole family will meet our flight at the airport. meet vtr (be introduced) kennismaken met ww + vz I'd like you to meet my friend. meet vtr (come into the presence of [sb] ) elkaar ontmoeten overg.ww They will meet one another at the cinema. meet vtr (perceive) ontwaren overg.ww wachten overg. ww The traveller meets a strange sight as he enters the city. Er wacht de reiziger een vreemd zicht wanneer hij de stad binnenkomt. meet [sth] ⇒ vtr (join with) samenkomen onoverg.ww kruisen overg.ww There is a blockage at the point where the pipe meets the main line. meet⇒ vtr (face directly) treffen, ontmoeten overg.ww Dartmouth will meet Princeton for the championship. meet vtr (collide) botsen onoverg.ww The speeding cars met in a loud crash. meet vtr (contest with) elkaar bestrijden, elkaar bevechten overg.ww The two enemies met on the field of battle. meet vtr (cope with) aanpakken, behandelen overg.ww I'll meet that problem later. For now I have to do this job. meet [sth] ⇒ vtr (satisfy) tevredenstellen, bevredigen overg.ww tegemoet komen aan, voldoen aan woordgr. The employee's performance did not meet his manager's expectations. The project team are struggling to meet their objectives due to a lack of effort on the part of some members. meet [sth] vtr (conform with) voldoen aan ww + vz This process does not meet quality standards.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen elkaar leren kennen onoverg. uitdr. (kennismaken) get to know each other v expr meet vi kennismaken onoverg. ww (ontmoeten) get acquainted vi + adj meet vtr get to know v epxr vergaderen onoverg. ww (bijeenkomen) meet vi assemble vi voldoen onoverg. ww (geschikt zijn) meet vtr satisfy vtr beantwoorden onoverg.ww (voldoen, overeenkomen) (satisfy ) meet vtr comply vi answer vi ontmoeten overg. ww (tegenkomen) meet vtr run into vtr+prep treffen overg.ww (ontmoeten) (meet unexpectedly ) encounter vtr meet vtr zich verzamelen wk. ww (samenkomen) gather, assemble vi meet vi kennismaken met ww+vz (v. persoon: leren kennen) get acquainted with v expr meet vtr leren kennen overg. uitdr. (kennismaken) get to know v expr meet vtr ontmoeten overg. ww (volgens afspraak) meet, see vtr meet with vtr+prep
Aanvullende vertalingen bij elkaar komen vz+vw+ww (samenkomen) (informal ) get together v expr come together v expr meet vi tegemoetkomen aan ww+vz (voldoen aan, tevredenstellen) meet vtr (UK ) fulfil vtr (US ) fulfill vtr beantwoorden aan ww+vz (voldoen aan) meet, answer vtr comply with vtr + prep leren kennen ww+ww (kennismaken met) get to know v expr meet vtr
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Vaste combinatie van werkwoord en voorzetsel meet | meetingmeet up vi phrasal informal (get together informally, socialize) afspreken ww I wish I could see my friends more often, but it's hard to find a time when we can all meet up. meet up with [sb] vtr phrasal informal (see socially) elkaar ontmoeten, elkaar treffen wk.ww I'll meet up with you again tonight. meet with [sb] vtr phrasal insep (person) ontmoeten, treffen overg.ww Our team of advisors will meet with you to discuss your career goals. meet with [sth] vtr phrasal insep (response) krijgen, ontvangen overg.ww The president's speech to Congress met with mixed reactions; one party cheered, the other booed. meet with [sth] vtr phrasal insep (experience) krijgen overg.ww He met with an accident on his way to the court.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025: