trusting

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
trusting adj	(believing in others' honesty)	vertrouwend bn
		goed van vertrouwen bw
	The people didn't seem very trusting.

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
trust⇒ vtr	(believe)	vertrouwen overg. ww
		vertrouwen op, vertrouwen hebben in ww+vz.
	She trusts his words.
trust vtr	(have confidence in)	vertrouwen overg. ww
		vertrouwen hebben in ww.vz
	I trust my brother.
trust vtr	(can rely on)	vertrouwen overg. ww
		vertrouwen hebben in ww.vz
	He trusts his car.
trust vtr	(rely on [sb])	vertrouwen op, rekenen op ww + vz.
	He trusts her to help him.
trust n	(confidence)	vertrouwen nw het
	You have my trust - I feel I can tell you anything.

Aanvullende vertalingen
Nederlands		Engels
trust n	(reliance on integrity)	vertrouwen nw het
	My trust in your honesty is absolute.
trust n	(hope)	vertrouwen nw het
	I have trust in the tutor now, and hope that I will be alright.
trust n	(confident expectation)	vertrouwen nw het
	Trust that he will not let me down is important to me.
trust n	(responsibility, obligation)	verantwoordelijkheid nw de
		verplichtingen nw mv
	He will not abuse the position of trust which he has been given.
trust n	(credit)	krediet nw het
	(Belg., informeel)	poef nw de
	We sell on trust to certain customers we know well.
trust n	(custody)	hoede, bewaring nw de
	Roxburgh castle remained in the trust of William Neville.
trust n	(law: fiduciary management) (rechten)	trust nw de
	He put money in trust for his son.
trust n	(commerce: monopoly, oligopoly)	trust, kartel nw de
		monopolie nw het
	The regulators who attacked monopolies were called "trust busters."
trust vi	(rely upon)	vertrouwen hebben onoverg. ww
	It took her a long time to learn to trust.
trust vi	(hope)	vertrouwen, vertrouwen hebben onoverg. ww
	Many people trust in destiny.
trust vtr	(entrust)	toevertrouwen overg. ww
	I trust my life to you.
trust vtr	(hope)	vertrouwen hebben in ww + vz.
	I trust that you had a good time.

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek

Voornaamste vertalingen
Nederlands		Engels
trust nw de	(bedrijfsconcentratie)	trust n
		cartel n
geloof nw het, ont.	(vertrouwen in waarheid)	faith, belief, trust n
vertrouwen overg. ww	(zich verlaten op)	trust vtr
rekenen op ww+vz	(vertrouwen stellen in)	count on vi + prep
		rely on vi + prep
		trust vtr
bouwen op ww+vz	figuurlijk (gebruiken als basis)	rely on vi + prep
		count on vi + prep
		trust vtr
vertrouwen nw het	(geloof in iemands betrouwbaarheid)	trust n
vertrouwen onoverg. ww	met voorzetsel "op" (rekenen op)	trust vtr
		rely on vi + prep
		count on vi + prep

Samengestelde woorden:
Nederlands		Engels
geen vertrouwen hebben in overg. uitdr.	(niet vertrouwen)	have no faith in v expr
		not trust adv + vtr
		distrust vtr
het vertrouwen winnen van overg. uitdr.	(in de gunst komen van)	win the trust of v expr

Samengestelde woorden: trust \| ~~trusting~~
Engels		Nederlands
antitrust, anti-trust adj	mainly US (business: preserving competition) (in samenst. anglicisme)	antitrust-
put your trust in vtr	(have faith in)	zijn vertrouwen stellen in frase
	You can put your trust in me.

Forumdiscussies met de woorden "trusting" in de titel:

Go to Preferences page and choose from different actions for taps or mouse clicks.

Advertenties

Advertenties

Meld een ongepaste advertentie.
WordReference.com WORD OF THE DAY GET THE DAILY EMAIL!

Word begunstiger van WordReference voor een advertentievrije weergave van de site.