time

UK:*UK and possibly other pronunciationsUK and possibly other pronunciations/ˈtaɪm/US:USA pronunciation: IPA and respellingUSA pronunciation: IPA/taɪm/ ,USA pronunciation: respelling(tīm)

Inflections of 'time' (v): (⇒ conjugate)
times
v 3rd person singular
timing
v pres p
timed
v past
timed
v past p
  • WordReference
  • Definition
  • Synonyms
  • English Collocations
  • English Usage

WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:

Voornaamste vertalingen
EngelsNederlands
time n (concept)tijd nw de
 Time passes quickly when you are older.
time n (specific hour)laat bw
  tijd nw de
  tijdstip nw het
 What time are we meeting John?
 Hoe laat is het?
time n (duration)tijd, tijdsduur nw de
 How much time will this meeting take?
time n (period)tijd, periode nw de
 I remember a time when all this was open countryside.
 We waren toen nog maar vijftien.
time n (count: instances)keer, maal nw de
 We have eaten there three times.
time vtr (sports: measure)klokken, timen overg.ww
  de tijd opnemen van ww+vz
 The coach timed the runner's sprint.
time n (moment to spare)tijd nw de
  moment, ogenblik nw het
 Do you have time to talk?
  Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.
Aanvullende vertalingen
EngelsNederlands
time adj (related to time) (in samenstelling)tijd-, tijds- voorvoegsel
 This science fiction novel is about a time paradox.
time adj (instalments) (in samenstelling)termijn-
  gespreid bn
 You can make time payments for that bedroom furniture.
time n (instant)moment, ogenblik, tijdstip nw het
 Where was he at that time?
time n (an occasion)gelegenheid, tijd nw de
  moment nw het
 The time for action is now.
time n (a season)tijd, periode nw de
  seizoen nw het
 I love party time! You can wear a different dress every night.
time n (era)tijdperk nw het
  tijd, era nw de
 The sixties were an interesting time in America.
time n (lifetime)leven nw het
  tijd nw de
 He has loved a lot of women in his time.
time n (music: rhythm) (muziek)tempo, ritme nw het
 The dancer's movements mirrored the time of the song.
time n (music: tempo) (muziek)tempo nw het
 What time should I play this piece in? Allegro, do you think?
time n (measurement type)tijd nw de
 We are on Daylight Savings Time now.
time vtr (regulate)afstellen, regelen overg.ww
 We timed the engine so the spark plugs fire at the right intervals.
  Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.

WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen
NederlandsEngels
tijd nw de (tijdsaanduiding)time n
keer nw de (tijdstip)time n
periode,
mv. perioden,
periodes
nw de
(tijdvak)period n
  time n
tijdstip nw het (exact moment)time n
  moment, instant n
maal nw het, de (keer)time n
tijd nw de (tijdstip)time n
  moment n
  hour n
tijd nw de (duur)time n
  duration n
tijd nw de (geschikt tijdstip)time n
  hour n
tijd nw de (sport: prestatie)time n
tijd nw de (era)time n
  period n
  era n
  age n
  Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.
Samengestelde woorden:
NederlandsEngels
allang bw (best)well enough adv
  long time adj + n
 Ik weet allang wat je bedoelt.
allemaal tegelijk bw (iedereen tegelijkertijd)all at once, all at the same time adv
almaar bw (gedurig)constantly, continuously adv
  all the time adv
destijds bw (toen, in die tijd)at the time, at that time adv
  in those days adv
eenmaal bw (één keer)once, one time adv
flexibele arbeid nw de (variabele arbeid) (not full time, not permanent)contingent work, casual work n
  (variable work schedule)flextime, flexitime, flexi-time n
gelijktijdig bn/bw (op hetzelfde moment)simultaneous adj
  at the same time adv
  simultaneously adv
genieten onoverg.ww (plezier beleven)enjoy vi
  have a good time v expr
in de maat vz+nw de (muziek: gelijktijdig) (music)in time adv
in een mum van tijd bw (zeer vlug) (informal)in a jiffy, in a trice adv
  in no time adv
in een oogwenk bw figuurlijk (zeer vlug) (figurative)in a flash adv
  in no time adv
indertijd bw (vroeger)at that time, in those days adv
  formerly, previously adv
keer na keer bw (telkens opnieuw)time after time, again and again adv
  time and again adv
keer op keer bw (telkens opnieuw)time after time, again and again adv
  time and again adv
lang geleden bw (vroeger, ooit)a long time ago, long ago adv
lange tijd bn+nw de (langdurige periode)long time n
na een tijdje vz+lidw+nw het (na verloop van tijd)after a while adv
  after some time adv
na enige tijd vz+telw+nw de (na verloop van tijd)after some time adv
net op tijd bw (precies op tijd)just in time adv
  right on time adv
ooit eens bw informeel (op zekere dag)once upon a time adv
op een dag bw (ooit, eens)one day adv
  once upon a time adv
op een geschikt moment bw (wanneer het uitkomt)at an appropriate time adv
op het nippertje bw (net op tijd)in the nick of time adv
  at the very last moment adv
op termijn bw (op den duur)eventually adv
  in time adv
op tijd bw (tijdig, bijtijds)on time adv
  timely adv
  early adv
  in time adv
op tijd komen onoverg. uitdr. (tijdig aankomen)arrive on time vi + adv
plaatselijke tijd bn+nw de (lokale tijd)local time n
rust nw de (sport: pauze) (sports)half-time n
  (sports)interval n
steeds bw (altijd weer)constantly, always, all the time adv
  repeatedly adv
tegelijk bw (op hetzelfde moment)at the same time, at the same moment adv
  simultaneously adv
tegelijkertijd bw (op hetzelfde moment)at the same time, at the same moment adv
  simultaneously adv
telkens bw (iedere keer)every time adv
  repeatedly adv
  again and again adv
tijdig bn/bw (op tijd)timely adj
  in time adv
  on time adv
tijdmachine nw de (reizen in de tijd)time machine n
time-out nw de (pauze)time out n
  break, pause n
toen bw (in die tijd, indertijd)then adv
  in those days, at that time, at the time adv
voltijds bn/bw België (niet deeltijds)full-time, full time adj
vooralsnog bw (voorlopig)for the time being, for now adv
vooreerst bw (vooralsnog)for the time being, for now adv
zitten onoverg.ww (in de gevangenis)serve time v expr
  (informal)do time v expr
Volgende 100 Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.

WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:

Samengestelde woorden:
EngelsNederlands
a long time adv (a considerable period)lang geleden woordgr.
  lange tijd woordgr.
  een lange tijd, een hele tijd woordgr.
  lang bw
 It's a long time since we last met.
 Het is lang geleden dat we elkaar hebben gezien.
a long time ago adv (in the distant past)lang geleden bw
 A long time ago, my ancestors settled in this land.
all the time expr (always)voortdurend, de hele tijd, steeds bw
 I help people all the time.
all-time adj (ever, for eternity)aller tijden, ooit predicatieve nabepaling
 This is my all-time favourite film.
any time adv (no matter when)altijd bw
  elk moment woordgr.
 You call me any time you need to talk.
 Als je wilt praten, kun je me altijd bellen.
at a later time adv (later)in een later stadium frase
 We agreed to discuss the matter again at a later time.
at no time adv (never, not at any point)nooit, op geen enkel moment bw
 At no time did Bob leave the house that evening.
at one time expr (once, at some point in the past)eens, ooit bw
 At one time you were allowed to buy milk straight from the farmer.
at one time expr (at once: simultaneously)tegelijk, tegelijkertijd bw
 I was trying to do three things at one time, and failed the three.
at that time adv (during a specified past period)toen bw
  (formeel)destijds, toentertijd bw
 I was born in 1999. At that time my father was a captain, but now he is a major.
 Ik werd geboren in 1999. Toen was mijn vader kapitein, maar nu is hij majoor.
at the same time adv (simultaneously)tegelijk, tegelijkertijd, gelijktijdig bw
  op dezelfde tijd, op hetzelfde moment woordgr.
 It was fortunate that we both arrived at the same time.
 Het was een geluk dat we beiden tegelijk arriveerden.
at the same time adv (in unison)tegelijk, tegelijkertijd, gelijktijdig bw
 We all screamed for more ice cream at the same time.
 We riepen allemaal tegelijk om meer ijs.
at the time adv (back then)op dat moment woordgr.
  (formeel)destijds, toentertijd, indertijd bw
 At the time, I didn't fully understand what she meant, but I caught on later.
 Op dat moment begreep ik niet helemaal wat ze bedoelde, maar ik kwam er na een tijdje achter.
at this time adv (at present, now)op dit moment, op dit ogenblik frase
  momenteel bw
 That car model is not available at this time.
bad time n (inopportune moment)slecht tijdstip, slecht moment nw het
 You have come at a bad time.
 Our department has just had its budget cut, so it's a bad time to ask the boss for a pay rise.
bad time n (difficult experience)moeilijke tijd nw de
 Harry had a bad time at the casino when he lost a lot of money.
before its time adv (prematurely)vóór zijn / haar tijd bw
 The baby was born before its time.
before its time adv (precociously)te vroeg bw
 Parents should not try to force a child to walk before its time.
buy time v figurative (create a helpful delay) (figuurlijk)tijd winnen nw + ww
by the time adv (at some point before)tegen de tijd frase
 You better have your chores done by the time I get home or you're in big trouble.
 The traffic was so bad that by the time I got to the office I was 20 minutes late.
closing time n (hour when a business closes)sluitingstijd nw de
 The closing time of most shops in the city centre is between 5pm & 8pm.
closing time n UK (hour when a pub closes)sluitingsuur nw het
 At closing time, there are lots of drunk people on the streets.
comp time n US, abbr, informal (compensatory time off)compensatie-uren nw mv
double-time [sb/sth] vtr (cause to move in double time)de snelheid verdubbelen overg.uitdr.
double-time vi (move twice as fast)in snelheid verdubbelen onoverg.uitdr.
early times npl (period long ago)ver verleden, grijs verleden bn + nw
 In early times, people made measurements by comparing things with parts of the human body.
EST n initialism (Eastern Standard Time) (afkorting: Eastern Standard Time)EST nw de
 Midday EST is 5 pm GMT.
every time conj (on each occasion that)elke keer, iedere keer bw
  telkens bw
 Every time I go to the restaurant I order the same dish.
find time to do [sth],
find the time to do [sth]
vtr + n
(activity: fit in)tijd vinden onoverg. uitdr.
  tijd vrijmaken voor onoverg. uitdr.
 I am very busy, but I will try to find time to see you.
find time for [sth],
find the time for [sth]
vtr + n
(activity, event: fit in)tijd vinden onoverg. uitdr.
 Many people complain they cannot find time for reading.
for the time being expr (temporarily)voorlopig bw
 My car fell apart so I'm using my bicycle for the time being.
for the umpteenth time adv informal (yet again)voor de zoveelste keer, voor de zoveelste maal frase
  (fig., informeel)voor de honderdste keer frase
 For the umpteenth time ... will you children be quiet?
 Voor de zoveelste keer... Willen jullie, kinderen, eens stil zijn?
free time n (leisure hours)vrije tijd bn + nw
 She often reads in her free time.
 Ze leest vaak in haar vrije tijd.
from time to time adv (now and then, occasionally)zo nu en dan, nu en dan, af en toe, van tijd tot tijd woordgr.
  soms bw
 I go for a walk in the countryside from time to time.
full time n (standard weekly working hours)fulltime, voltijds bw
Opmerking: hyphen used when term is an adj before the noun
 Now that I moved from part time to full time I'm covered under the company's medical program.
full time,
full-time
adj
(of standard weekly working hours)vertaling niet beschikbaar
 They think that cutting down the full-time working week to 36 hours will increase employment.
full time,
full-time
adv
(on a full-time basis)fulltime, voltijds bw
 I'm now working full time at the baker's on the corner.
GMT n abbreviation (Greenwich Mean Time)GT, G.M.T afkorting
  Greenwichtijd nw de, ont.
 GMT is a time zone that includes the British Isles.
a good time n (enjoyable experience)heerlijke tijd, fijne tijd nw de
  verzetje nw het
 If you're looking for a good time, try Ray's Bar on a Friday night.
Greenwich Mean Time n (GMT: universal time)Greenwichtijd nw de, ont.
 Mountain standard time is plus 8 hours from Greenwich Mean Time.
 Mountain Standard Time is de Greenwichtijd plus 8 uur.
half-time,
also US: halftime
n
(sport: break at mid point)rust nw de
 At half-time the home team was winning easily.
hard times npl (financial hardship) (financieel)zware tijden, moeilijke tijden bn + nw
  (Belg.)harde tijden bn+nw
 Both he and she are unemployed and they're going through some hard times.
 Ze zijn beide werkloos en momenteel gaan ze door moeilijke tijden.
hard times npl (difficult period)zware tijden, moeilijke tijden bn + nw
 These are hard times for those wanting to start their own business.
have a good time v expr (enjoy yourself, have fun)plezier hebben bw + ww
 Whenever I go out with friends we all have a good time. I hope you have a good time in Spain!
 Wanneer ik met vrienden uit ga, hebben we allemaal plezier. Ik hoop dat je plezier hebt in Spanje!
have a hard time v expr (experience difficulties)het moeilijk hebben frase
 Be kind to her - she's having a really hard time right now.
 Wees lief voor haar. Ze heeft het nogal moeilijk.
have a hard time doing [sth] v expr informal (find difficult)iets moeilijk vinden, moeite hebben met frase
 We're having a hard time picking a suitable slogan for our marketing campaign.
 We hebben nogal moeite met het kiezen van een geschikte slogan voor onze marketingcampagne.
have no time for v expr figurative (not tolerate)geen tijd hebben voor, geen tijd hebben om frase
 James has no time for gossips. I have no time for children who won't do their homework.
 James heeft geen tijd voor roddels.
have plenty of time v expr (have more than enough time available)meer dan genoeg tijd hebben onoverg. uitdr.
  (informeel)tijd zat hebben onoverg. uitdr.
 Don't rush into marriage. You're young; you have plenty of time.
 Je moet niet overhaast trouwen. Je bent jong, je hebt nog meer dan tijd genoeg.
have time vi (have enough time available to do [sth])genoeg tijd hebben woordgr
 Do you have time for lunch with me?
in a short time adv (soon)snel bw
 I'll have it finished in a short time – please be patient.
in a short time adv (within a brief span of time)In een korte tijd woordgr
 In a short time, the fire spread to the other buildings.
in double-quick time expr (very fast)in noodtempo bw
  razendsnel bw
in the course of time adv (eventually)op den duur, in de loop der jaren bw
 You'll forget him in the course of time.
 In de loop der jaren zul je hem wel vergeten.
in time,
with time
adv
(eventually)na verloop van tijd woordgr
 You'll forget all about it in time.
in time adv (not too late)op tijd bw
 The meeting starts in five minutes; if we hurry, we might still get there in time.
in time for [sth] expr (not late for)op tijd bw
 Make sure you arrive in time for the start of the concert at 7 P.M.
in time to do [sth] expr (not late)op tijd bw
 I got to the concert in time to get a seat at the front.
It's high time you did it. expr informal (You should do it now.) (informeel)het is hoog tijd dat je, het wordt hoog tijd dat je frase
  het is hoog tijd dat u, het wordt hoog tijd dat u frase
 It's high time I went to the doctor; I've postponed it four times.
 Het wordt hoog tijd dat ik naar de dokter ga, ik heb het al vier keer uitgesteld.
just in time expr (almost too late)net op tijd bw
 The paramedics arrived just in time.
 You got here just in time, you almost missed all the fun.
kill time v informal (occupy oneself, find [sth] to do) (figuurlijk)de tijd doden nw + ww
 I listened to my I-Pod to kill time while waiting for the bus.
kill time vi (do something to occupy oneself) (figuurlijk)de tijd doden nw + ww
 While I was waiting for Meg to arrive I had three cups of coffee to kill time.
last time,
the last time
adv
(on the previous occasion)laatste keer bn + nw
  vorige keer bn + nw
 Last time I ate fast food, I got sick.
 The last time I saw you, you'd just come back from Japan.
lead time n (time between design and finished product)doorlooptijd nw de
 You didn't give me enough lead time to finish this project.
local time n (time in a particular zone)plaatselijke tijd bn + nw de
 The plane should land at 4am local time.
 He phoned from Africa at midnight local time; that's 6 p.m. here.
long time n (considerable period of time)lang bw
  lange tijd bw + nw
Opmerking: A hyphen or single-word form is used when the term is an adjective
 I sat in the sun for a long time and got sunburned.
 I haven't seen my ex-husband in a long time.
longtime,
long-time
adj
(lasting, enduring)lange tijd bn + nw de
  jarenlang bn
  langdurig bn
 The Johnson family are our long-time friends.
lose no time v expr (act without delay)geen tijd verliezen onoverg. uitdr.
 You should lose no time in reporting a stolen credit card.
lose time v (delay, fail to act)tijd verliezen nw + ww
 Don't lose time by taking the longer route.
lovely time n informal (enjoyment)heerlijke tijd, fijne tijd bn + nw de
 Everyone had a lovely time at the party.
make the most of your time v expr (be productive)het meeste uit je tijd halen, je tijd volop benutten frase
 Isabel made the most of her time in the UK by visiting as many places as she could.
make time for [sb] v expr (reserve time)tijd maken, tijd vrijmaken nw + ww
 My calendar is full, but I can make time for you.
make time v expr (compensate for time lost)de verloren tijd inhalen frase
 In order to make time, Ian had to work through lunchtime.
make up for lost time v expr (compensate for past inaction)de verloren tijd goedmaken, de verloren tijd inhalen onoverg. uitdr.
 Her father made up for lost time by buying her lots of presents.
many a time adv (often)menigmaal, vaak, herhaaldelijk bw
 Many a time I have longed to be somebody else.
march of time n figurative (relentless passing of time)verstrijken der tijd nw het, ont.
 Throughout the years he remained a royalist, oblivious to the march of time.
most of the time adv (usually)meestal bw
 I can hardly understand what he's saying most of the time.
Mountain Time n (time of mountain states in US) (in VS)Mountain States Time eigennaam
 Charles arrived in Denver a little after 11 o' clock Mountain Time.
next time adv informal (on the next occasion)de volgende keer bn + nw
 Next time I go to the supermarket I must remember to buy some cheese.
nick of time n (moment before [sth] is too late)op het nippertje, net op tijd bw
 The doctors got to him in the nick of time and managed to restart his heart.
nighttime,
night-time
n
(period of night)nacht nw de
 They skyline is especially beautiful during nighttime.
nighttime,
night-time
adj
(nocturnal)nachtelijk bn
  (in samenstelling)nacht- bn
 Owls are nighttime hunters.
no time at all n figurative (briefest moment)geen tijd vn + nw de
 We'll see each other again in two weeks. That's no time at all.
on time adv (in time: not late)op tijd bw
 His flight arrived on time.
once upon a time adv (start of a fairy tale) (sprookje)er was eens, er waren eens frase
 Once upon a time, in a land far away, there lived an orphan girl with her wicked stepmother.
one time adv (on one occasion)een keer bw
 I remember when my brother came home drunk one time.
onetime,
one-time
adj
(former)vroeger, voormalig bn
  (in samenstelling)oud- bn
onetime,
one-time
adj
(done only once)eenmalig bn
over time adv (gradually)na verloop van tijd woordgr
 Her disease progressed over time until she was no longer able to get out of bed.
part time,
part-time
adj
(work: fewer hours)parttime bn
Opmerking: A hyphen is used when the term is an adjective that precedes the noun
 I finally got a job working as a part-time bartender.
 Ik kreeg uiteindelijk een baan als parttime barman.
part time adv (work: for fewer hours)parttime bw
 I got a job working part time for the delivery company.
 Ik werd aangenomen om parttime voor het postbedrijf te gaan werken.
peacetime,
peace time
n
(period when there is no war)vredestijd nw de, ont.
 We must maintain a strong military even in peacetime.
period,
period of time
n
(duration of time) (periode, telbaar)tijd nw de
  periode nw de
 Abby plans to be on holiday for a short period.
prime time n (tv, radio: peak hours) (anglicisme)prime time nw de, ont.
 TV channels broadcast their most popular programmes during prime time.
prime time,
prime-time,
primetime
n as adj
(in peak hours) (anglicisme)prime time bn
Opmerking: hyphen or single-word form used when term is a modifier before another noun
 Television stations charge more for advertising on prime-time shows.
race against time n (urgent task) (figuurlijk)race tegen de klok nw de
 We're in a race against time: the deadline's close of business today!
real-time adj (as-it-happens)direct bn
  (anglicisme)realtime bn
 Computers allow for real-time financial transfers and updating of accounts.
roll back time v expr figurative (return to earlier) (figuurlijk)de tijd terugdraaien nw + ww
 You can roll back time only in your memory or in your imagination.
serve time vtr + n US (in prison)een gevangenisstraf uitzitten nw + ww
serve (your) time vtr + n figurative (doing [sth] unpleasant)uitzitten overg.ww
 After working there for 34 years I decided I'd served my time.
small time,
small-time
adj
informal (minor or amateur)onbelangrijk, onbeduidend bn
Opmerking: hyphen used when term is an adj before a noun
 Although he had big dreams, Alan was just a small-time crook.
Volgende 100 Ontbreekt er iets belangrijks? Meld fouten of geef suggesties voor verbeteringen.
Collocatie: time your [speed, rate], for a (very) long time, a time [counter, display, monitor], meer...

Forumdiscussies met de woorden "time" in de titel:

  • Go to Preferences page and choose from different actions for taps or mouse clicks.

Professional English<>Dutch translators wanted.
Help build the WordReference.com English-Dutch dictionary.

Bekijk de machinevertaling van Google Translate van 'time'.

In andere talen: Spaans | Frans | Italiaans | Portugees | Roemeens | Duits | Zweeds | Russisch | Pools | Tsjechisch | Grieks | Turks | Chinees | Japans | Koreaans | Arabisch

Advertenties
Advertenties
Meld een ongepaste advertentie.
WordReference.com
WORD OF THE DAY
GET THE DAILY EMAIL!