Listen:
Inflections of 'chance ' (v ): (⇒ conjugate )chances v 3rd person singular chancing v pres p chanced v past chanced v past p
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Voornaamste vertalingen
chance n (not design) toeval nw het
toevalligheid nw de
We found this café by chance.
chance n (opportunity) kans, mogelijkheid nw de
I hope to have the chance to travel.
chance n (probability) kans nw de
The chance of rain is very slim.
chance n (fate) toeval, lot nw het
We're going to leave it to chance.
Aanvullende vertalingen
chance adj (accidental) toevallig bn
Their first meeting was a chance encounter.
chance n (baseball) (honkbal ) slagbeurt nw de
He has three hits in three chances at bat today.
chance⇒ vtr (risk) riskeren overg. ww
risico lopen op ww + vz
I need to leave early. I can't chance missing the plane.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen
mogelijkheid nw de (het mogelijk zijn) possibility, chance n
gelegenheid nw de (mogelijkheid) occasion n
opportunity, chance n
kans nw de (opportuniteit) chance, opportunity n
possibility n
(informal ) break n
toeval nw het, ont. (niet voorziene gebeurtenis) coincidence n
accident, chance n
mogelijkheid nw mv alleen als meervoud (kans op succes) possibility, chance n
prospect n
Aanvullende vertalingen
opportuniteit nw de formeel (gelegenheid) opportunity, chance n
occasion n
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Vaste combinatie van werkwoord en voorzetsel
chance on [sth] , chance upon [sth] vtr phrasal insep (unexpectedly encounter [sb/sth] ) (figuurlijk ) stuiten op ww+vz
(figuurlijk, personen ) tegen het lijf lopen uitdr.
tegenkomen overg. ww
Walking throught the woods, I chanced upon young rabbits cavorting in the tall grass.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Samengestelde woorden:
by chance adv (coincidentally) bij toeval, per toeval, toevallig bw
I met my French teacher by chance in the supermarket.
Fat chance! interj slang (unlikely) (informeel ) Geen schijn van kans!, Vergeet het maar! tw
(informeel, Belg. ) waterkansje nw het
Ha! Fat chance that he will ever pay you back.
fighting chance n figurative (fair opportunity) eerlijke kans, serieuze kans bn + nw
Do you think the team has a fighting chance of winning the championship title?
game of chance n (activity: depends on luck) kansspel nw het
Dice is a game of chance.
Dobbelsteen werpen is een kansspel.
half a chance, half the chance n figurative, informal (slight possibility) geringste kans bn + nw
I would take that job given half a chance.
Ik zou die job nemen als ik de geringste kans kreeg.
happen by chance v expr (be lucky or coincidental) per toeval gebeuren frase
We weren't trying to get pregnant; it happened by chance.
We probeerden niet om zwakker te raken, het gebeurde per toeval.
have a chance at [sth] v expr (have opportunity) de mogelijkheid hebben om onoverg. uitdr.
Johnson has a chance at another world title.
have a chance at doing [sth] v expr (have opportunity to do) een kans hebben om overg.uitdr.
Audrey has a chance at getting into Harvard.
have a good chance v expr (be likely to succeed) (een goede kans hebben, een goede kans maken ) frase
I have a good chance of winning the race.
Ik maak een goede kans om de race te winnen.
have no chance v expr (be doomed) geen kans hebben, geen kans maken onoverg. uitdr.
She had no chance, the disease had spread too far.
Ze maakte geen kans, de ziekte had zich al te ver verspreid.
have no chance v expr (not have opportunity) de kans niet krijgen, niet in de gelegenheid komen onoverg. uitdr.
I saw this article last week and wanted to comment, but had no chance until now.
mere chance n (coincidence alone) louter toeval bn + nw het
toevalligerwijs bw
He didn't win by mere chance; he was the best-trained and strongest of the racers.
not a chance n (no possibility) geen kans, geen mogelijkheid vn + nw de
There is not a chance he would ever win a foot race.
not a chance, no chance interj (impossible) vergeet het, geen denken aan tw
"Do you think Phil will lend us the money?" "Not a chance!"
on the off chance adv informal (in the unlikely event that, in case) in het onwaarschijnlijke geval bw
On the off chance that it rains, we will postpone the competition until tomorrow.
stand a chance (of doing [sth] ) v expr informal (have a possibility) een kans maken frase
I tried everything I could but never really stood a chance.