Listen:
Inflections of 'cake ' (v ): (⇒ conjugate )cakes v 3rd person singular caking v pres p caked v past caked v past p
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Voornaamste vertalingen
cake n (dessert) taart, koek nw de
cake nw de
I love cakes made with lots of chocolate.
Aanvullende vertalingen
cake n (round mass of food) schijf nw de
Form the raw hamburger meat into cakes and fry them gently.
cake n (block) stuk, blok nw het
I would like a nice new cake of lavender soap.
cake⇒ vi (flatten, compact) stollen
After you pour it into a mould, the compound will cake.
cake vtr (form into a cake shape) koekvorm geven aan ww
Cake the explosive mixture, and carefully place it on the table.
cake vtr (cover) bedekken ww
The lorry's tyres were caked with mud.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025:
Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek
Voornaamste vertalingen
cake nw de (gebak) cake n
koek nw de (baksel) (UK ) biscuit n
(US ) cookie n
cake n
taart nw de (gebak) cake, pie, tart n
gebak nw het, ont. pastry n
cake n
baked good n
koek nw de (samengeklonterd geheel) cake n
taart nw de (stuk gebak) cake, pie, tart n
Aanvullende vertalingen
koek nw de fig. (het geheel) (figurative ) cake n
Na de roof wou Dirk ook zijn deel van de koek.
WordReference English-Dutch Dictionary © 2025: