single

Inflections of 'single' (v): (⇒ conjugate)

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
single adj	(only one)	enkel bn
		één tw
	I just have a single beer left. Who wants it?
single adj	(united)	één tw
	The two companies merged to make a single, larger company.
single adj	(unmarried)	vrijgezel, ongetrouwd bn
	She remained single until she was 24 years old.
single adj	(one-way)	enkel bn
	He bought a single ticket to Paris and planned to drive home.
single adj	(serving: for one person) (in samenstelling)	eenpersoons- bn
	He ordered a single serving of French fries.

Aanvullende vertalingen
Nederlands		Engels
single adj	(flower: with one ring of petals) (plantkunde)	enkelvoudig bn
	This is a single petunia, but I prefer the doubles.
single adj	(single room)	éénpersoons bn
	He was travelling alone, so his room was just a single.
single n	(single thing)	een los exemplaar
	We have lots of sets and pairs, but not one single.
single n	UK (single ticket)	enkeltje nw het
	She bought a single to Paris and planned to drive back.
single n	(record, CD with 1-2 songs)	single nw de
	(ouderwets)	45-toerenplaatje nw het
	She loved the song, so she bought the single.
single n	(baseball: base hit) (honkbal)	honkslag nw de
	He hit two singles in that game.
single n	US (one dollar bill)	biljet van een dollar
	She had three singles and a five in her wallet.
single, singles npl	(tennis) (tennis)	enkelspel nw het
	He played in both the singles and doubles tournaments.
single⇒ vi	(baseball: get to 1st base) (honkbal)	een honkslag slaan
	He singled in the eighth inning.

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek

Voornaamste vertalingen
Nederlands		Engels
enkelvoudig bn	(slechts uit één deel)	one, single, singular adj
afzonderlijk bn/bw	(elk apart)	separate adj
		separately adv
		single, individual adj
		individually adv
enkele reis bn+nw de	(zonder terugkeer) (trip)	single n
		one-way ticket n
single nw de	(korte grammofoonplaat)	single, record single n
alleenstaande nw de	(zonder familie)	single n
enkel bn	(niet dubbel)	single adj
single nw de	(sport: tennis) (often in plural)	single n
single bn	(alleenstaand)	single, individual adj
		unique, sole adj
		solitary, lone adj
		separate, independent adj
tube nw de	(band van racefiets)	tubular, tubular tyre n
	(UK)	tub n
	(US)	sew-up n
	(AU)	single n
enkel bn	(enkel heenreis) (UK)	single ticket, single n
	(US, Canada)	one-way ticket n
single bw	(zonder partner)	single, free, partnerless, unattached adj
		unmarried, unwed, unwedded adj

Samengestelde woorden:
Nederlands		Engels
een honkslag slaan lidw+nw+ww	(honkbal) (baseball)	hit a single v expr
een los exemplaar lidw+bn+nw	(één enkel voorwerp)	separate sample, single sample n
		separate specimen, single specimen n

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
one-way ticket, also UK: single ticket, single n	(transport: single-journey fare)	enkeltje nw het
		enkele reis bn+nw de
	I didn't know when I would be coming back, so I bought a one-way ticket.

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek

Collocatie: single her out (from the crowd), [lonely, attractive, rich, desperate] singles, a singles [bar, club, vacation, chat room], meer...

Forumdiscussies met de woorden "single" in de titel:

Go to Preferences page and choose from different actions for taps or mouse clicks.

Advertenties

Advertenties

Meld een ongepaste advertentie.
WordReference.com WORD OF THE DAY GET THE DAILY EMAIL!

Word begunstiger van WordReference voor een advertentievrije weergave van de site.