focused

From the verb focus: (⇒ conjugate)
focused is: ⓘClick the infinitive to see all available inflections: v past (US & UK); v past p (US & UK)

Op deze pagina: focused, focus

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
focused, focussed adj	(person, mind: concentrating)	gefocust bn
		geconcentreerd bn
	You need to be completely focused when you take the test.
focused, focussed adj	(effort, idea: to the point)	gefocust bn
	The report did not seem very focused and did not convince me.
focused, focussed adj	(lens: giving sharp image)	scherpgesteld bn
	When the microscope is focused you will see little worms moving.

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
focus, focus [sth] vtr	(bring into clear view)	scherpstellen overg.ww
	He adjusted the slide projector to focus the image.
focus n	(centre of attention)	middelpunt nw het
		kern nw de
	The focus of our attention should be on how we can help.
focus⇒ vtr	(train eyes on) (met de ogen)	zich concentreren op wk.ww
		focussen op ww+vz
	He focused on the sign.
focus, focus [sth] vtr	(lens: set to correct focal length) (Lens)	scherpstellen, instellen overg.ww
	He focused the camera.
focus⇒ vi	figurative (concentrate)	zich concentreren op wk.ww
	Please leave me alone. I need to focus on this project.

Aanvullende vertalingen
Nederlands		Engels
focus n	(geology: epicentre) (geologie)	epicentrum nw het
	The focus of the earthquake lay 200 miles out to sea.
focus n	(optics: focal point) (optica)	brandpunt
		focus nw de
	He rotated the lens to bring the picture into focus.
focus n	figurative (concentration)	concentratie nw de
	The tennis player never lost his focus through the long match.
focus n	(object of thought)	zich concentreren op, zich richten op wk.ww
	Kate's newest poem will be the focus of today's discussion.
focus vtr	(cause to converge)	doen convergeren
		bundelen overg. ww
	A magnifying glass can focus the sun's rays and set things on fire.

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek

Voornaamste vertalingen
Nederlands		Engels
focus nw de	(optiek: brandpunt)	focus, focal point n
concentreren, zich concentreren wk. ww	(aandacht)	concentrate vi
		focus vi
focus nw de	fig. (nadruk) (figurative)	focus, focal point n
		stress n
		emphasis n

Samengestelde woorden:
Nederlands		Engels
de aandacht richten op overg. uitdr.	(zich concentreren op)	focus the attention on v expr
focussen op ww+vz	(zich concentreren op)	focus on, concentrate on vi + prep
focussen op overg. uitdr.	(zijn aandacht richten op)	focus on, concentrate on vi + prep
toeleggen op ww+vz	altijd wederkerend (zich concentreren op)	focus on, concentrate on vi + prep
		take to vi + prep
		specialize in vi + prep

Samengestelde woorden: focus \| ~~focused~~
Engels		Nederlands
focus group n	(asked for opinions)	focusgroep nw de
	The council brought together a focus group to find out what services were needed by young people in the area.

Collocatie: [a company, an organization] focused on, focused on [providing, developing, selling], focused [primarily, exclusively] on, meer...

Forumdiscussies met de woorden "focused" in de titel:

Go to Preferences page and choose from different actions for taps or mouse clicks.

Advertenties

Advertenties

Meld een ongepaste advertentie.
WordReference.com WORD OF THE DAY GET THE DAILY EMAIL!

Word begunstiger van WordReference voor een advertentievrije weergave van de site.