stuck

From the verb stick: (⇒ conjugate)
stuck is: ⓘClick the infinitive to see all available inflections: v past (All other usages); v past p (All other usages)

Op deze pagina: stuck, stick

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
stuck adj	(unable to move)	vastgelopen bn
		geblokkeerd bn
	We had to get a farmer to come with his tractor and help us move the stuck car.
	The cat was stuck in a tree.

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek

Samengestelde woorden:
Nederlands		Engels
klem zitten bn+ww	(vastzitten)	be stuck vi + adj
		be jammed vi + adj
opgescheept zitten met overg. uitdr.	(tot last hebben)	be stuck with vi + adj + prep
stranden onoverg.ww	figuurlijk (vastlopen, blijven steken) (figurative)	strand vi
		get stuck v expr
trots bn	(verwaand)	proud adj
		conceited adj
		stuck-up adj
zitten met ww+vz	figuurlijk (opgescheept zijn met)	be stuck with vi + adj + prep

Voornaamste vertalingen
Engels		Nederlands
stick n	(small branch, twig)	tak, stok nw de
	The kids gathered some sticks for the fire.
stick⇒ vtr	(thrust into)	steken overg.ww
	The cook stuck the knife into the mango.
stick vtr	(attach)	plakken, ophangen, bevestigen overg.ww
	Let me stick this notice on the board.

Aanvullende vertalingen
Nederlands		Engels
stick n	(dynamite cartridge) (dynamiet)	staaf nw de
	They used five sticks of dynamite to blow the hole in the rock.
stick n	dated (baton)	knuppel, wapenstok nw de
	(Belg.)	matrak nw de
	The police used their sticks to control the crowd.
stick n	(lacrosse, hockey stick) (sport)	stick nw de
	The hockey player broke his stick and needed another one.
stick n	(airplane control handle)	stuurknuppel nw de
	The pilot pulled back on the stick to fly higher.
stick vi	(become immobilized)	vastzitten onoverg.ww
	I was shifting into third gear when the gear lever suddenly stuck.
stick vi	(remain attached)	vastplakken, vastkleven onoverg.ww
		hechten aan ww+vz
	The fly stuck to the sticky trap.
stick vi	(be stopped by an obstruction)	klem zitten, vastzitten onoverg.ww
	The zipper stuck halfway up.
stick vtr	(puncture)	steken, prikken overg.ww
	He stuck a hole in the plastic to drain the water.
stick [sth]⇒ vtr	(impale)	doorboren overg.ww
	The spear stuck the explorer through the heart.
stick⇒ vtr	(place in position)	plaatsen, steken, leggen, zetten overg.ww
	The dog stuck his head out the window.
stick vtr	(present sthg disagreeable)	opzadelen met ww + vz
	His friends stuck him with the dinner bill.

Overeenkomende vermeldingen van de andere kant van het woordenboek

Voornaamste vertalingen
Nederlands		Engels
joint nw de	(drugs) (drugs, informal)	joint, stick, spliff n
staf nw de	(stok)	staff n
		stick n
		wand n
stok nw de	(stuk hout)	stick n
		cane n
iemand/iets steken overg. ww	(prikken)	stab vtr
		stick vtr
		string, bite vtr
		prick vtr
plakken overg.ww	(met lijm bevestigen)	glue, stick vtr
		paste vtr
plank nw de	figuurlijk (mager persoon) (figurative: skinny person)	stick n

Samengestelde woorden:
Nederlands		Engels
blijven bij ww+vz	(vasthouden aan mening)	stick with vi + prep
		insist on vi + prep
het opnemen voor overg. uitdr.	(verdedigen)	stick up for vi phrasal + prep
		speak up for vi phrasal + prep
overval nw de	(onverwachtse aanval)	surprise attack n
		raid n
		robbery n
		hold-up, stick-up n
plaatsen in ww+vz	(stoppen in)	place in vtr + prep
		put in vtr + prep
	(informal)	stick in vtr + prep
plakken aan ww+vz	(kleven aan)	stick to vi + prep
zijn neus steken in overg. uitdr.	figuurlijk (zich bemoeien met) (figurative)	stick your nose into v expr

Samengestelde woorden: stuck \| stick
Engels		Nederlands
get stuck vi + adj	(unable to move)	vastraken onoverg.ww
	The car got stuck in the mud and a local farmer had to pull it free with his tractor.
get stuck (on [sth]) vi + adj	figurative (unable to proceed) (figuurlijk)	vastkomen, vastraken onoverg.ww
get stuck with [sth/sb] v expr	informal (burden)	opgescheept zitten met onoverg. uitdr.
	My sister went shopping with her friend and I got stuck with babysitting her two small children.
stuck-up, stuck up adj	pejorative, informal (snobbish) (informeel, pejoratief)	bekakt, kakkineus, verwaand bn
Opmerking: A hyphen is used when the adjective precedes the noun.
	She was really stuck up: she thought she was better than everyone else.

Collocatie: I'm stuck on [this problem, question 3], I'm stuck [on, with] my [homework, assignment], I was stuck for words, meer...

Forumdiscussies met de woorden "stuck" in de titel:

Go to Preferences page and choose from different actions for taps or mouse clicks.

Advertenties

Advertenties

Meld een ongepaste advertentie.
WordReference.com WORD OF THE DAY GET THE DAILY EMAIL!

Word begunstiger van WordReference voor een advertentievrije weergave van de site.